Nieuwsbericht

Dit kun je doen als er een windmolenpark bij jou in de buurt komt

Profielfoto van Harry Roetert
25 november 2018 | 3 minuten lezen

Of een windmolen in je achtertuin een ramp is, is een kwestie van perceptie; je kunt ook voordeel hebben van de komst van een windmolenpark, vindt Cees Klijn, die uitkijkt op een windmolen.

Volgens het Energieakkoord voor duurzame groei moet in 2020 voor 6.000 megawatt vermogen aan windenergie op land staan in Nederland.

In 2015 stonden er ruim 2.525 windmolens op land. Daar moeten de komende jaren grofweg tussen de duizend en vijftienhonderd windmolens bij om de doelstelling uit het Energieakkoord te halen.

Wat kun je doen als er een windmolenpark bij jou in de buurt komt?

"Raadpleeg een gedragscode", adviseert Rik Harmsen van NWEA, de Nederlandse WindEnergie Associatie. NWEA heeft net als de NLVOW (Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines) een gedragscode opgesteld met als doel dat de omgeving van een windpark volwaardig kan meepraten over het project en de belangen van iedereen serieus worden meegenomen.

"Initiatiefnemers van een windpark moeten omwonenden zo vroeg mogelijk in het proces betrekken zodat zij mee kunnen denken voordat de windmolen er staat", zegt Harmsen. Ook de financiële participatie staat in de gedragscode beschreven. "Je ziet nu veel coöperaties die participanten - dat zijn vaak omwonenden - laten delen in de opbrengst door middel van fondsen of andere financiële constructies."

Zonnepanelen voor het hele dorp

De circa 225 huishoudens van het Zeeuwse Anna Jacobapolder ontvingen allemaal zonnepanelen van Windpark Krammer. Zij kijken uit op dit windpark, dat 34 molens telt, en op Windpark Wisse Wind, bestaande uit vijf molens.

Wisse Wind verrees acht jaar geleden zonder de bevolking ervan in kennis te stellen. Het dorp verenigde zich in de actiegroep Windmolens Nee toen de plannen voor de bouw van een tweede windpark, Windpark Krammer, bekend werden.

"Hoe houd je het ook eerlijk voor de mensen die géén lid zijn van de coöperaties en wel dagelijks met het windpark te maken hebben?", vraagt Tijmen Keesmaat, projectdirecteur van Windpark Krammer, zich af. "Niet alle omwonenden van Windpark Krammer zijn lid."

Nog voordat de gedragscode van NWEA dit bepaalde, richtte het windpark daarom een Windfonds op. Omwonenden in een straal van 2,5 kilometer van het windpark krijgen een jaarlijkse tegemoetkoming voor hun groenestroomrekening. Daarvoor stelt het Windfonds jaarlijks circa 60.000 euro beschikbaar.

"De emoties zaten hoog", vertelt Frank van Gennip, woordvoerder van de actiegroep. "Ook bij mijzelf. Nog steeds trouwens." Hij stelde Keesmaat voor om de jaarlijkse tegemoetkoming uit het Windfonds in één keer uit te betalen in de vorm van zonnepanelen voor alle huishoudens van Anna Jacobapolder. "Dit idee hebben we meteen omarmd", zegt Keesmaat.

In ruil hiervoor werd de naam van de actiegroep veranderd in Stichting Windmolens AJP. "In het dorp heeft niemand energiekosten, maar persoonlijk zou ik liever zien dat er geen windmolens stonden", zegt Van Gennip. Hij raadt omwonenden van een toekomstig windpark aan om zich te verenigen. "Dat je niet lekker woont is emotie en niet meetbaar, maar je kunt wel een programma van eisen neerleggen bij de initiatiefnemers van het windpark."

'Ik houd van techniek. Windmolens vind ik stiekem heel interessant'

Klijn uit Breda trad in zijn eentje op tegen de komst van Windpark Hazeldonk toen hij ontdekte dat een van de drie windmolens op 250 meter van zijn woonerf af kwam te staan. Via zijn buurman, die een piepklein bericht had gelezen in de krant, kwam Klijn erachter dat hij een windmolen in zijn achtertuin kreeg.

"Ik wist niet wat ik kon verwachten." Totdat hij op internet allerlei artikelen vond over geluidsoverlast, slagschaduw en waardedaling van huizen. Klijn tekende bezwaar aan bij de gemeente Breda. Hij kreeg daar geen gehoor en procedeerde door tot aan de Raad van State. Hij wist voor elkaar te krijgen dat de bouw werd stilgelegd. De gemeente Breda schoof weer aan tafel, plus projectontwikkelaar Pim de Ridder van Izzy Projects.

De gepensioneerde Klijn kreeg van De Ridder het voorstel om tegen een maandelijkse vergoeding molenaar te worden van drie molens van Windpark Hazeldonk. Hij surveilleert er en verricht er hand- en spandiensten. Ook leidt hij schoolklassen rond.

"Ik houd van techniek. Windmolens vind ik stiekem heel interessant." Aanpassingen aan zijn huis heeft hij niet laten doen door de projectontwikkelaar. "Daar ben ik misschien naïef in geweest. Ik had al dubbelglas waardoor ik de windmolen binnen niet hoor." Wel heeft hij met De Ridder afspraken gemaakt over slagschaduw. "Als omwonenden daar last van hebben, kan ik met één telefoontje ervoor zorgen dat de molens stilstaan."

Foto: Cees Klijn leidt schoolklassen rond

Afspraken maken

Zaken als slagschaduw en geluidsoverlast worden niet in de gedragscode van NWEA of NLVOW benoemd. "De gedragscode beschrijft alleen bovenwettelijke zaken. Bepalingen voor slagschaduw en geluid zijn via de wet geregeld. Extra afspraken daarover kun je met de initiatiefnemers maken", zegt Rik Harmsen.

"Voor Windpark Nijmegen-Betuwe hebben we een appgroep. Als een molen overlast veroorzaakt, wordt dat daar gemeld en schakel ik direct de technisch beheerder in die het probleem oplost", zegt De Ridder. Met een gedragscode werkt hij niet.

"Dat is eenheidsworst. Ieder project is anders. Het gaat om persoonlijk contact en vertrouwen. Een windmolenpark heeft impact op een buurt. Ik vind dat de opbrengst van een windpark daarom direct ten goede moet komen aan een leefgemeenschap. Dat mag je als omwonenden best eisen als er bij jou in de buurt een windmolenpark komt."

Door: NU.nl/Bianca Hendriks | Beeld: NU.nl/Cees Klijn