Nieuwsbericht

Burgemeester Tigchelaar van Wierden: Een kulturhus levert meer op dan dat het kost

Profielfoto van Harrie Kiekebosch
16 juni 2020 | 2 minuten lezen

“Een buurthuis dat dicht moet is duurder dan hem in stand houden” zei Doret Tigchelaar tijdens een werkbezoek aan het Kulturhus van Hoge Hexel. Dat was nog voor corona. Maar ook nu staat de nieuwe burgemeester van Wierden nog pal achter haar uitspraak. “Daar begint de ontmoeting. En dus ook het signaleren van problemen. Hoe sneller je er bij bent, hoe beter dat is.”

Toen Doret Tigchelaar tien maanden geleden de nieuwe burgemeester van Wierden werd maakte ze ‘een rondje langs de velden’ en bezocht dus ook de drie kulturhuzen van de gemeente. “Ik heb overal de vraag op tafel gelegd wat de wederkerigheid van een buurthuis is. Soms is er een subsidierelatie, maar wat staat daar tegenover? Mij is gebleken dat dat veel is. Een buurthuis is een plek om te ontmoeten. Daarmee is het een bindende factor in een kern of een wijk. Ik vind dat je dan ook verder mag kijken dan alleen gezelligheid. Je hebt ook een signaleringsfunctie. Neem Hoge Hexel met om en nabij de 350 gezinnen. Dan kun je als kulturhus kijken hoeveel je er van bereikt en waarom die anderen niet. Pas als de voordeur open gaat weet je wat daar achter gebeurt. Dan vragen we iets extra’s, maar ik heb ook gemerkt dat juist die houding zo ongeveer in de genen zit van de mensen die het kulturhus draaiende houden. Ze nemen die verantwoordelijkheid graag op zich. Wij kunnen als gemeente dat allemaal niet in de gaten houden. Wij kunnen al onze inwoners ook niet bereiken. Op wijk- of kernniveau kan dat al een stuk beter. Ouderen die dreigen eenzaam te worden. Maar ook jongeren die wensen hebben voor hun eigen leefomgeving. Als je als gemeente de problemen kent, de wensen ook, dan kun je daar gericht iets aan doen, bijvoorbeeld om de uitstroom tegen te gaan.”

Tigchelaar is zich er van bewust dat het een politieke keus is, als je over het belang van een kulturhus praat. De raad moet uiteindelijk beslissen. “Het is een soort van wipwap. Wat is de toegevoegde waarde van een stapel stenen als ontmoetingsplek en wanneer is die er niet meer. Ik ben ook op bezoek geweest in Enterbroek en Rectum-Ypelo. Daar sprak ik de Plaatselijk/Gemeenschappelijk Belangen in een huiskamer van een van de bestuursleden. Ik denk dat die kernen ook te klein zijn voor een eigen locatie. Dat daar de wederkerigheid van enerzijds subsidie en anderzijds de toegevoegde waarde van een eigen onderkomen te klein zal zijn. Maar het blijft een politieke keus. Toen Wierden er afgelopen zomer financieel heel slecht voor bleek te staan, hebben we wel besloten de stofkam door subsidieland te halen. Gelukkig bleek afgelopen winter dat het allemaal toch nog iets meeviel, maar je ziet dan wel dat je soms ook besluiten voor de korte termijn moet nemen.”

“Op politiek niveau heeft dat in elk geval geleid tot een debat over subsidies in het algemeen en gaan we daarmee aan de slag. Het is niet zo dat we een pot met geld naar de kulturhuzen schuiven en zeggen van, zoals ze dat hier zeggen, ‘red oe d’r met’. We kijken nu ook: wat krijgen we er voor terug. En ik kan na mijn kennismakingsgesprekken geruststellen dat we erg veel voor terug krijgen, maar dat we daar nog meer het gesprek over moeten gaan voeren!”